Het oplossen van toekomstige inkomstenverliezen

Het belang van een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst voor veteranen

Meer over vaststellings- overeenkomsten

Veteranen die fysiek of psychisch gewond zijn geraakt tijdens hun militaire dienst, krijgen vaak te maken met de afwikkeling van schadeclaims en schadevergoeding via vaststellingsovereenkomsten. Dit proces kan complex zijn, vooral wanneer de schadevergoeding wordt vastgesteld op basis van de inkomsten die een veteraan op het moment van de claim verwacht te verdienen. Een terugkerend probleem waar veel veteranen, met name jonge veteranen die nog werkzaam zijn, tegenaan lopen, is het verlies van verdienvermogen op een later moment, nadat de vaststellingsovereenkomst is getekend. Dit kan leiden tot onenigheid over de hoogte van de schadevergoeding en extra vertraging in de afhandeling van de zaak. Daarom pleiten belangenbehartigers voor de mogelijkheid om een voorbehoud op te nemen in de vaststellingsovereenkomst, zodat misgelopen inkomsten in de toekomst alsnog kunnen worden gecompenseerd.

 

Het probleem van onvoorziene toekomstige inkomstenverliezen

Het komt regelmatig voor dat veteranen, vooral de jongere generatie, tijdelijk weer aan het werk zijn nadat hun schadevergoeding is vastgesteld. In sommige gevallen zijn deze veteranen op het moment van de schadevergoeding nog niet volledig hersteld van hun psychische of fysieke blessures. Ze kunnen echter wel in staat zijn om werk te verrichten, maar vaak loopt dit werk in de toekomst risico. Door hun kwetsbare gezondheid kunnen ze op termijn het werk niet meer voortzetten, waardoor ze inkomsten mislopen die bij de schadevergoeding oorspronkelijk wel werden meegenomen. Dit verlies van verdienvermogen kan een enorme impact hebben op hun financiële situatie, aangezien ze met de vastgestelde schadevergoeding moeten rondkomen, die is gebaseerd op hun werkelijke inkomsten op het moment van de claim.

Een veelvoorkomend probleem is dat, wanneer veteranen uiteindelijk niet meer in staat blijken te zijn om hun werk voort te zetten, er een discussie ontstaat over de hoogte van de schadevergoeding. Aangezien er in de oorspronkelijke vaststellingsovereenkomst geen rekening werd gehouden met het mogelijk toekomstige verlies van inkomsten, kunnen er juridische complicaties ontstaan. Dit kan leiden tot vertraging in de afhandeling van het dossier en zelfs onenigheid tussen de belangenbehartiger, de veteraan en de juridische diensten van Defensie (zoals de JDV – Juridische Dienstverlening Veteranen).

 

De onenigheid over toekomstige schade

De vaststellingsovereenkomst is bedoeld om een definitieve regeling te treffen voor het schadebedrag dat een veteraan ontvangt voor het verlies van verdienvermogen. Echter, doordat er op het moment van de ondertekening geen garanties zijn over de toekomst, kunnen er onverwachte veranderingen optreden in de situatie van de veteraan. Wanneer bijvoorbeeld blijkt dat een veteraan door gezondheidsproblemen niet in staat is om zijn of haar werk voort te zetten, ontstaat er vaak discussie over de vraag of de schadevergoeding aangepast moet worden. De belangenbehartigers merken op dat dit kan leiden tot langdurige juridische procedures, omdat het juridische proces en de berekeningen moeten worden herzien om het verlies aan toekomstige verdiencapaciteit alsnog te compenseren.

Bovendien wordt er vaak naar de schadevergoeding gekeken als naar een gesloten deal, waardoor het moeilijk wordt om extra claims in te dienen voor de verloren inkomsten na de vaststelling van het oorspronkelijke schadebedrag. Dit creëert een soort juridische impasse, waarbij veteranen geen recht hebben op aanvullende compensatie, terwijl de schade en het verlies van verdienvermogen in werkelijkheid doorgaan en vaak groter worden.

 

Het pleidooi voor een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst

Om deze problematiek aan te pakken, pleiten belangenbehartigers voor de mogelijkheid om een voorbehoud op te nemen in de vaststellingsovereenkomst. Dit voorbehoud zou de veteraan de mogelijkheid bieden om, onder bepaalde omstandigheden, terug te komen op het overeengekomen schadebedrag als er later verlies van verdienvermogen optreedt. Het idee is dat de veteraan na het tekenen van de overeenkomst, wanneer blijkt dat de gezondheidstoestand de werkcapaciteit in de toekomst verder beïnvloedt, alsnog een aanvullende schadevergoeding kan aanvragen.

De belangenbehartigers stellen voor dat dit voorbehoud een formeel onderdeel wordt van de schadevergoedingsovereenkomst, zodat de veteraan zich geen zorgen hoeft te maken over het mislopen van inkomsten die niet in de oorspronkelijke berekening zijn meegenomen. Dit zou de rechtszekerheid voor veteranen vergroten en de juridische processen voor zowel de veteraan als de betrokken partijen versnellen. Een voorbehoud zou bovendien het risico op langdurige juridische strijd verminderen, omdat het een vooraf overeengekomen regeling zou bieden voor onvoorziene omstandigheden.

 

De juridische implicaties en de huidige beperkingen

Op dit moment is het niet mogelijk om een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst op te nemen. De wetgeving en de procedures rondom schadevergoeding voor veteranen bieden geen ruimte voor toekomstige aanpassingen aan de vastgestelde schadevergoeding. Dit beperkt de mogelijkheid om in te spelen op veranderingen in de werkcapaciteit van veteranen na het ondertekenen van de overeenkomst.

De huidige regelgeving is primair gericht op het toekennen van schadevergoeding op het moment van de claim, gebaseerd op de situatie van de veteraan op dat moment. Dit zorgt voor een definitieve vaststelling van het schadebedrag, wat in veel gevallen leidt tot een goed afgeronde procedure voor beide partijen. Echter, dit model houdt geen rekening met de dynamiek van gezondheid en werkcapaciteit na de vaststelling van de schadevergoeding, wat het risico van toekomstige verliezen in inkomens niet afdekt.

Door een voorbehoud in te voeren, zou het mogelijk worden om het schadebedrag aan te passen wanneer er onvoorziene omstandigheden optreden, zoals het verergeren van een fysieke of psychische aandoening. Dit zou het voor veteranen makkelijker maken om toekomstige schade die voortkomt uit verlies van verdiencapaciteit te claimen, zonder dat dit leidt tot langdurige juridische procedures of vertragingen in de afhandeling van hun zaak.

 

Mogelijke oplossingen en beleidswijzigingen

De belangenbehartigers pleiten niet voor een radicale verandering in de bestaande procedures, maar wel voor een meer flexibele benadering van schadevergoeding. Er zouden richtlijnen moeten worden opgesteld voor het opnemen van een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst, waarbij het voorbehoud alleen van toepassing is wanneer de veteraan aantoonbaar verlies van verdienvermogen ondervindt door de gezondheidsproblemen die samenhangen met hun militaire dienst. Deze regeling zou een vangnet bieden voor veteranen die onverwachts niet meer in hun eigen onderhoud kunnen voorzien, zonder dat dit de juridische processen voor veteranen of Defensie nodeloos compliceert.

 

Conclusie

Het opnemen van een voorbehoud in de vaststellingsovereenkomst voor veteranen is een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat deze kwetsbare groep niet geconfronteerd wordt met extra financiële onzekerheid in de toekomst. Veel veteranen, met name de jongere generatie, lopen het risico later in hun carrière opnieuw uit te vallen vanwege onvoorziene gevolgen van hun diensttijd. Een voorbehoud zou hen de mogelijkheid bieden om misgelopen inkomsten alsnog te compenseren zonder dat dit leidt tot langdurige juridische conflicten.

De belangenbehartigers hebben terecht aangegeven dat er een structurele oplossing nodig is om ervoor te zorgen dat de schadevergoeding niet definitief is, maar ruimte biedt voor veranderingen in de toekomst. Het is belangrijk dat de wetgeving en de procedures voor schadevergoeding voor veteranen hierop aangepast worden, zodat veteranen die hun schadevergoeding in goede trouw hebben ontvangen, niet alsnog in financiële problemen terechtkomen door onvoorziene verliezen in hun verdiencapaciteit.

Laatste nieuws

De Uitvoering van het Militair Invaliditeitspensioen

Wachttijden en de noodzaak voor betere zorg en efficiëntie

In 2018 heeft de Veteranenombudsman een zorgenbrief gestuurd naar de Minister van Defensie, waarin zij haar bezorgdheid uitte over de onaanvaardbaar lange wachttijden bij de uitvoering van het militair invaliditeitspensioen (MIP). De minister reageerde door te wijzen op een tekort aan keuringsartsen, maar de Veteranenombudsman stelde dat het probleem breder en structureler is dan enkel een tekort aan personeel. De wachttijden voor de uitvoering van het MIP, die vaak oplopen tot maanden, hebben ernstige gevolgen voor de veteranen die in veel gevallen al psychisch en fysiek zwaar belast zijn door hun diensttijd. Dit artikel onderzoekt de problematiek rondom de wachttijden bij de uitvoering van het militair invaliditeitspensioen, de rol van het ABP/SMO, de juridische en ethische verplichtingen van de overheid, en de noodzaak voor structurele verbeteringen.

 

Wat is het Militair Invaliditeitspensioen?

Het militair invaliditeitspensioen (MIP) is een financiële voorziening voor veteranen die door hun inzet tijdens militaire uitzendingen fysiek en/of psychisch gewond zijn geraakt. Dit pensioen is bedoeld om veteranen te compenseren voor de schade die zij tijdens hun diensttijd hebben opgelopen en om hen te voorzien in hun inkomen wanneer ze door hun blessures niet meer in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

Het aanvragen van het MIP kan een ingrijpend proces zijn. Veteranen moeten door een keuring en er worden verschillende medische rapporten opgesteld om de mate van invaliditeit vast te stellen. In veel gevallen komt het voor dat veteranen, die met psychische problemen zoals posttraumatische stressstoornis (PTSS) kampen, zich in een kwetsbare situatie bevinden. Dit maakt het proces van aanvraag en goedkeuring niet alleen belangrijk voor hun financiële situatie, maar ook voor hun mentale welzijn. Het is van essentieel belang dat aanvragen snel en zorgvuldig worden behandeld, zodat veteranen niet verder in hun problemen verzanden.

 

De wachttijden en de gevolgen voor veteranen

In haar zorgenbrief van 2018 maakte de Veteranenombudsman duidelijk dat de wachttijden voor het MIP vaak onaanvaardbaar lang zijn. Veteranen melden dat zij maanden moeten wachten tussen het moment dat zij een aanvraag indienen en het moment dat zij worden uitgenodigd voor een keuring. Dit is bijzonder problematisch, vooral voor veteranen met psychische aandoeningen zoals PTSS, die vaak al kampen met stress, angsten, en andere ernstige symptomen. Het lange wachten op uitsluitsel kan de situatie van deze veteranen verergeren en hen verder uitputten, zowel fysiek als mentaal.

Voor veteranen is de aanvraag van het MIP niet zomaar een administratieve procedure. Het is een wezenlijk onderdeel van hun hersteltraject, een erkenning van hun opofferingen en een noodzakelijke voorziening om hun leven weer op de rails te krijgen. Het lang moeten wachten op een reactie uit de administratie kan het gevoel van onzekerheid en onrecht vergroten. Dit kan leiden tot verergering van psychische klachten en een verlies van vertrouwen in het systeem dat hen zou moeten ondersteunen.

De Veteranenombudsman wees in haar brief dan ook op het ethische en juridische probleem dat deze lange wachttijden met zich meebrengen. Burgers die een beroep doen op een wettelijke inkomensvoorziening, zoals het MIP, moeten in redelijke termijn duidelijkheid krijgen over de vraag of hun aanvraag wordt gehonoreerd. Dit geldt zeker voor veteranen, een groep die zich in een kwetsbare situatie bevindt. De lange wachttijden brengen bovendien het risico met zich mee dat veteranen het vertrouwen in het systeem verliezen, hetgeen schadelijk is voor zowel hun psychische toestand als voor hun bereidheid om hulp te zoeken.

 

De capaciteitsproblemen bij het ABP/SMO

De minister van Defensie verwees in haar reactie naar een tekort aan keuringsartsen als de voornaamste oorzaak van de vertragingen in de uitvoering van het MIP. De verwachting was dat een tekort aan artsen op termijn zou leiden tot langere wachttijden en meer administratieve vertragingen. Echter, de Veteranenombudsman ziet dit niet als het enige probleem, maar als een symptoom van een breder en structureler probleem binnen het systeem van schadevergoeding en zorg voor veteranen.

Naast het tekort aan keuringsartsen, zijn er capaciteitsproblemen bij de uitvoerende instanties, zoals het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) en het Smalle Overheidsmodel (SMO). Deze instanties spelen een cruciale rol in het proces van keuringen en toekenning van het MIP. Wanneer deze organisaties niet voldoende capaciteit hebben om het aantal aanvragen op tijd te verwerken, ontstaat er een backlog die tot langere wachttijden leidt.

De Veteranenombudsman benadrukt dat capaciteitsproblemen bij het ABP en SMO geen reden mogen zijn om aanvragen van veteranen op te stapelen en te laten liggen. De zorgplicht die de overheid heeft voor veteranen, die wettelijk is vastgelegd in de Veteranenwet, vereist dat veteranen tijdig en op een rechtmatige manier geholpen worden. Dit betekent dat het tekort aan capaciteit niet mag leiden tot een vertraging in de behandeling van aanvragen, vooral niet bij een kwetsbare groep zoals veteranen.

 

De zorgplicht en de Juridische verplichtingen

De Veteranenwet, die in 2012 in werking trad, legt een bijzondere zorgplicht voor veteranen vast. Deze wet erkent dat veteranen die fysiek en/of psychisch gewond zijn geraakt tijdens hun diensttijd recht hebben op zorg en voorzieningen. De zorgplicht houdt in dat de overheid niet alleen verplicht is om veteranen toegang te geven tot de nodige zorg, maar ook om hen tijdig en adequaat te ondersteunen in hun aanvragen voor financiële voorzieningen, zoals het MIP.

Deze zorgplicht omvat meer dan alleen het leveren van zorg. Het gaat ook om het bieden van rechtszekerheid voor veteranen, wat betekent dat zij moeten kunnen rekenen op een tijdige afhandeling van hun aanvragen en op een eerlijke en transparante procedure. Het niet naleven van deze verplichtingen kan leiden tot een gevoel van verwaarlozing en onzekerheid bij veteranen, wat hun welzijn verder kan ondermijnen.

De lange wachttijden bij de uitvoering van het MIP staan dan ook haaks op de rechten die veteranen op grond van de Veteranenwet hebben. Volgens de wet zou de overheid alle maatregelen moeten treffen om de procedure snel, eerlijk en efficiënt te laten verlopen. De Veteranenombudsman heeft dan ook met klem verzocht om een structurele oplossing die recht doet aan deze zorgplicht en die ervoor zorgt dat de aanvragen van veteranen niet langer onterecht vertraging oplopen.

 

Oproep tot oplossing en onderzoek

De situatie die door de Veteranenombudsman in haar zorgenbrief werd geschetst, werd in januari 2019 met urgentie onder de aandacht van de minister gebracht. De ombudsman heeft de minister verzocht om snel maatregelen te nemen die ervoor zorgen dat de aanvragen van veteranen voor het MIP voortvarend worden behandeld en dat de lange wachttijden tot het verleden gaan behoren.

In het eerste kwartaal van 2019 besloot de Veteranenombudsman ook een onderzoek te starten naar de bredere problematiek rondom de uitvoering van het MIP. Het doel van dit onderzoek was om de onderliggende oorzaken van de vertragingen in kaart te brengen en om te onderzoeken welke structurele veranderingen nodig zijn om het systeem efficiënter en effectiever te maken. De uitkomsten van dit onderzoek zouden mogelijk kunnen leiden tot aanbevelingen voor beleidsverbeteringen en veranderingen in de uitvoering van het MIP.

 

De noodzaak voor structurele verbeteringen

De lange wachttijden bij de uitvoering van het militair invaliditeitspensioen vormen een ernstig probleem voor veteranen, die vaak al kwetsbaar zijn door de fysieke en psychische gevolgen van hun diensttijd. Het is van groot belang dat de overheid snel en effectief maatregelen neemt om de wachttijden te verkorten en ervoor te zorgen dat de aanvragen van veteranen op tijd en met de nodige zorg en aandacht worden behandeld.

De capaciteitsproblemen bij de uitvoerende instanties, zoals het ABP en het SMO, mogen geen reden zijn voor vertragingen in de procedure. De zorgplicht die de overheid heeft voor veteranen vereist dat hun aanvragen op een efficiënte en rechtvaardige manier worden afgehandeld. Het is dan ook noodzakelijk dat de overheid niet alleen reageert op de symptomen van de vertragingen, maar ook structurele veranderingen doorvoert die zorgen voor een snellere en effectievere uitvoering van het MIP, zodat veteranen de zorg en erkenning krijgen die zij verdienen.